Arbeidsongeval: geen matiging boete wegens val van duwbak
Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 14 februari 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:507) blijkt maar weer eens dat aan werkgevers strenge eisen worden gesteld ten aanzien van de veiligheid op de werkvloer, inclusief het voorkomen van valgevaar. In casu was een medewerker van het gangboord van een duwbak op een steiger gevallen (meer dan 2,5 meter lager) en als gevolg van de val tijdelijk ter observatie in het ziekenhuis opgenomen. Volgt een bestuurlijke boete van EUR 10.800,- wegens overtreding van artikel 3.16 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (voorkoming valgevaar). Als tijdens het verrichten van arbeid sprake is van valgevaar, dan moet de werkgever dit gevaar tegengaan door effectieve maatregelen. Bezwaar mag niet baten en ook in beroep vangt de werkgever bot.
De duwbak voldeed aan de technische eisen uit de Europese richtlijn voor binnenschepen (2006/87/EG), maar dit neemt volgens de rechter niet weg dat ook aan de (aanvullende) eisen van de arbowetgeving moest worden voldaan. Waar de richtlijn ziet op de technische inrichting en certificering van binnenschepen, ziet de arbowetgeving op een veilige inrichting van de werkplek.
Werkgever voert in de eerste plaats aan dat het ongeval zich niet heeft voorgedaan tijdens het verrrichten van arbeid, maar tijdens het lopen tussen twee werkzaamheden in. Volgens de rechter geldt ook het zich verplaatsen op de arbeidsplaats als het verrichten van arbeid.
Het boetenormbedrag is door verweerder met vier vermenigvuldigd omdat er een ziekenhuisopname heeft plaatsgevonden. De werkgever bestrijdt dit omdat er slechts sprake was van observatie, niet van een 'echte' ziekenhuisopname. Echter, volgens de rechter geldt elke ziekenhuisopname, ook opname ter observatie, als een ziekenhuisopname.
Voor matiging van de opgelegde boete bestaat volgens de rechter geen grond. Er is niet gebeleken van een risico-inventarisatie en -veiligheidsplan (RI&E) waarbij de risico's verbonden aan de specifieke werkzaamheden in ogenschouw zijn genomen. De werkgever heeft evenmin de noodzakelijke randvoorwaarden gerealiseerd voor het toepassen van een veilige werkwijze. Voorts heeft de werkgever niet aannemelijk gemaakt dat hij voldoende (veiligheids)instructies heeft gegeven, nu een werknemer heeft verklaard dat zij geen specifieke voorlichting krijgen over de risico's van het werken op een duwbak. Tenslotte heeft de werkgever niet aangetoond voldoende toezicht te hebben gehouden. Kortom, de lat wordt hoog gelegd voor werkgevers. In geval van een ernstig arbeidsongeval volgt vrijwel altijd een boete en voor matiging bestaat alleen aanleiding indien de werkgever aantoont dat hij adequate en specifieke maatregelen heeft getroffen om de veiligheid te borgen.