Welkom bij Ted Legal advocatuur

Arthur van Rossem h.o.d.n. Ted Legal legt zich toe op het zogenaamde bestuursrecht oftewel de regels waaraan de overheid gebonden is bij de uitvoering van overheidstaken. Denk bijvoorbeeld aan het verlenen van vergunningen of subsidies, de vaststelling van bestemmingsplannen, het houden van bestuurlijk toezicht & het opleggen van handhavingsmaatregelen. Bedrijven hebben hier vrijwel dagelijks mee te maken. Welke rechten en verplichtingen hebben zij? En nog belangrijker: welke verplichtingen heeft de overheid? Kan die aanvraag zomaar geweigerd worden? Is dat vergunningvoorschrift niet onredelijk?

Ted Legal adviseert bedrijven, non-profit instellingen en burgers over hun rechten en verplichtingen en procedeert waar nodig om die rechten af te dwingen. Wenst u advies? Of wilt u bezwaar indienen of beroep instellen tegen een besluit van de overheid? Ik bespreek graag de (on)mogelijkheden met u.

ONZE EXPERTISE

Het bestuurs(proces)recht is primair in de Algemene wet bestuursrecht neergelegd en geeft enerzijds de spelregels voor besluitvorming door de overheid (bijvoorbeeld bij vergunningverlening of het opleggen van een handhavingsbesluit), anderzijds de spelregels voor bezwaar en beroep. Het eerste is van belang voor de rechtmatigheidstoets, het tweede voor het geval betrokkene het niet eens is met het resultaat van de besluitvorming. Los van de inhoudelijke toets van een overheidsbesluit, staat of valt alles bij de algemene normen ten aanzien van besluitvorming en rechtsbescherming. Met name de termijnen voor het indienen van zienswijzen, het maken van bezwaar of voor het instellen van beroep.

Het zogenaamde omgevingsrecht is grotendeels neergelegd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De ordening van de ruimte vindt hoofdzakelijk plaats middels vaststelling van gemeentelijke bestemmingsplannen en voor projecten die in de fysieke leefomgeving ingrijpen is omgevingsvergunning vereist op grond van de Wabo. Denk aan vergunning om te bouwen, om van een bestemmingsplan af te wijken, om een monument te wijzigen en om een bedrijf (inrichting) op te richten. Overigens valt het gros van de bedrijven onder de algemene milieuregels van het zogenaamde Activiteitenbesluit.

Het milieurecht was voorheen primair neergelegd in de Wet milieubeheer, maar is grotendeels overgeheveld naar de Wabo en aanverwante regelgeving, zoals het Bor en het Mor. Voor vergunningplichtige inrichtingen speelt met name de vraag welke eisen aan de vergunning verbonden mogen worden ter bescherming van het milieu. Deze eisen worden hoofdzakelijk ingevuld door het begrip 'Beste Beschikbare Technieken'  (BBT) en de zogenaamde BBT-conclusies in Europese BREF's.

Tegenwoordig moeten bedrijven aan strenge normen voldoen ter voorkoming van bodemverontreiniging, hetzij op basis van het Activiteitenbesluit, hetzij op grond van de 'milieuvergunning'. Deze normen zijn ontleend aan de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) die als uitgangspunt neemt dat het risico op bodemverontreiniging verwaarloosbaar moet zijn. Afhankelijk van de voorgenomen activiteiten moeten preventieve maatregelen getroffen worden, zoals vloeistofdichte vloeren, lekbakken etc. Voor historische gevallen van bodemverontreiniging geldt onder omstandigheden een saneringsplicht op grond van de Wet bodembescherming. Uitgangspunt hierbij is dat functiegericht wordt gesaneerd, dat wil zeggen dat de bodem geschikt wordt gemaakt voor de beoogde functie. Dit betekent dat zoms kan worden volstaan met beheersmaatregelen, zoals monitoring.

Elke werkgever is verplicht de gezondheid en veiligheid van zijn werknemers tijdens het werk te borgen. De hoofdregels vinden we terug in de Arbeidsomstandighedenwet, de meer gedetailleerde regels met name in het Arbeidsomstandighedenbesluit. De verplichtingen voor de werkgever gaan ver en de sancties bij overtreding zijn streng. Naleving wordt primair bestuursrechtelijk gehandhaafd middels bestuurlijke boetes, maar zeer ernstige overtredingen worden strafrechtelijk gehandhaafd. Compliance is dus van groot belang.

Het afvalstoffenrecht is van groot en toenemend belang voor het bedrijfsleven, niet alleen voor de afvalverwerkende industrie, maar ook bedrijven die afvalstoffen produceren. De normen vinden we hoofdzakelijk terug in de Wet milieubeheer die op zijn beurt grotendeels is geënt op Europese richtlijnen, zoals de Kaderrichtlijn afvalstoffen. Afvalstoffen staan onder strenge controle, maar de regelgeving (en de rechtspraak) biedt in toenemende mate mogelijkheden om (de grondstoffen in) afvalstoffen opnieuw nuttig toe te passen in de economie en daarmee schaarse grondstoffen te behouden (denk aan bijproducten en einde-afvalfase). Dat biedt opportunities maar de regelgeving is complex. Alleen al de definitie van 'afvalstoffen' geeft aanleiding tot een constante stroom van rechtspraak. Onder meer in het kader van de zogenaamde Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). Waakzaamheid is dus geboden.

Toezicht & handhaving zijn het sluitstuk van de regels die de overheid stelt om het (economisch) verkeer in goede banen te leiden. Ik doel dan op bestuursrechtelijk toezicht en handhaving van de regels anders dan strafrechtelijke handhaving door het Openbaar Ministerie. Zowel toezicht als handhaving zijn hoofdzakelijk genormeerd in de Algemene wet bestuursrecht, maar hiernaast nader ingevuld door een constante stroom rechtspraak. Welke eisen gelden ten aanzien van onderzoek, motivering, bewijslast etc.? En wanneer is een opgelegd sanctie onevenredig? Is naming & shaming geoorloofd? Aan de overheid worden ook (of juist) hier strenge eisen gesteld, maar het belang bij handhaving van de normen staat buiten kijf.

RECENTE PUBLICATIESAlle publicaties

 - Bron: BEwerken september 2017

Blijkens vaste rechtspraak mag het begrip 'afvalstoffen' niet te beperkt worden uitgelegd, maar desondanks zijn  twee 'escapes' erkend, namelijk voor bijproducten en einde-afvalfase (voltooide nuttige toepassing). Deze twee uitzonderingen zijn nadien neergelegd in de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen 2008 (KRA). Ter nadere duiding van de KRA inclusief de criteria voor bijproducten heeft de Europese Commissie in 2012 een Guidance vastgesteld met nadere indicaties. In een uitspraak van 4 juli 2017 (ECLI:NL:RBNNE:2017:2452) opteert de rechtbank Noord-Nederland voor strikte toepassing van deze Guidance: in het licht van de relevante indicaties uit de Guidance is verder gebruik van het residu in kwestie volgens de rechtbank onzeker zodat geen sprake is van een bijproduct, maar van een afvalstof. Ik betreur deze uitkomst en zou willen pleiten voor een minder rigide toepassing van de Guidance ter bevordering van een circulaire economie.

Bron: MenR 2014/94

Ground breaking case-law on the scope of the waste definition under Dutch and European law. Upon delivery the product you purchased is found to be off-spec. Can you return the product as a product or are you caught up in the maze of waste legislation?

Bron: AB 2014/44

Belangwekkende uitspraak over de bewijslast in het bestuursrecht bij opleggen last onder dwangsom. De bewijslast ligt primair bij de overheid en die last kan niet zomaar afgewenteld worden op het betrokken bedrijf!

Bron: BEwerken juni 2014

Wanneer de overheid een overtreding constateert moet in beginsel ook bestuursrechtelijk worden gehandhaafd. Dit leerstuk is in de rechtspraak ontwikkeld en staat bekend als de 'beginselplicht tot handhaving'. In beginsel want onder omstandigheden moet de overheid van handhaving afzien, met name in geval van 1) concreet zicht op legalisatie en 2) wanneer de gevolgen van handhaving onevenredig zijn in verhouding tot het met handhaving gemoeide belang. In dit artikel gaat Arthur van Rossem nader in op de omstandigheden die nopen tot afzien van handhaving.

Bron: Tank Storage Magazine January / February 2015

European Seveso legislation came into force following a major industrial accident at a chemical plant near the Italian town of Seveso in 1976. The third Seveso Directive was adopted in 2012 and aims to align the classification of dangerous substances with the CLP Regulation. Also it aims to strengthen some existing provisions, e.g. on government inspections. Transposition date 1 June 2015. This article outlines the main improvements.

NIEUWSTE BLOG POSTSAlle posts

Biografie

mr. A . (Arthur) van Rossem

Arthur is sinds 2001 advocaat en heeft zich gespecialiseerd in het bestuurs(proces)recht. Hij heeft veel ervaring met adviseren en procederen op het gebied van omgevingsvergunningen (Wabo), milieurecht (RIE, BBT, Seveso / BRZO, Bevi), ruimtelijke ordening (bestemmingsplanprocedures), afvalstoffenrecht (bijvoorbeeld begrip 'afvalstoffen', EVOA en AEEA), arbeidsomstandigheden, openbaarheid van bestuur (Wob), subsidies, toezicht en bestuursrechtelijke handhaving. Europees recht vormt integraal onderdeel van zijn praktijk; denk aan Europese richtlijnen en verordeningen. Arthur combineert uitstekende kennis van het bestuursprocesrecht met gedegen kennis van het materiële bestuursrecht, met name het omgevingsrecht, maar heeft ook oog voor de meest praktische oplossing.

 

lt-arthurvanrossem2-kl



CONTACT

captcha

Bedankt, wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.

Contactgegevens

adres
Oude Delft 175
2611 HB Delft
telefoon
0031 6 535 28 235
fax
0031 10 848 87 83
email
rossem@tedlegal.nl
Kvk
58023666